
De monorail in Sydney maakt een lus en loopt door zowel de city als het havengebied. Casper zit naast Tony, de vriend van Jane, zijn nicht. In haar tienertijd emigreerde ze met een familietak naar Australia.
‘Daar rechts zie je de grote brug. Elk jaar spectaculair vuurwerk. Je weet zeker dat je niet tot nieuwjaar blijft logeren?’
Casper schudt het hoofd en geniet van het uitzicht. Het havengebied is versierd met gigantische kerstbomen vol omvangrijke slingers en levensgrote ballen.
‘Kijk daar ligt het Ocean Museum, je loopt op aanraak afstand onder de haaien door.’
‘Brrrr…’
‘Grappig hoe je reageert. Laat Jane dat maar niet zien.’
‘Hoezo?’
‘Ze heeft een typisch eigentijdse hobby: de toekomst voorspellen. Als ze op dreef is zal je te horen krijgen hoe je in elkaar zit en jezelf kunt bevrijden uit knellende leefpatronen. Bij mij was dat gelukkig niet nodig.’
‘New age?’
‘Zoiets. Beetje obsessief maar ach ja, verpleegster in een ziekenhuis is soms best heftig. Afleiding.’
‘Zal ik haar nog herkennen?’
‘Geen idee. Ze vond jou vroeger een aardig jongetje.’
Ze drinken thee op een terras voordat het voor Casper tijd is naar het vliegveld te vertrekken.
‘Bij haar verveel je je nooit. Ze kookt uitstekend, ze is een perfecte gastvrouw.’
‘Zou ze iets over mijn vader willen vertellen?’
‘Jawel, doet ze graag…. maar wacht eens …. nee …. correctie, ze heeft wel eens over een vader verteld, maar… dat was jouw broers vader…..’
Vanaf het vliegveld neemt Casper een taxi. De rit naar de wijk waar het tweetal woont toont weinig variatie in het landschap. Diverse soorten bruin, in dit gebied rond Melbourne is het lange tijd nogal droog. Eucalyptus bomen tekenen zich scherp af tegen een fel blauwe lucht.
Het huis ligt aan de rand van de stad. De taxi stopt voor een groene strook waar iets hoger een poort zichtbaar is in een donkergrijze muur. Zowel hor- als huisdeur zijn dicht maar niet op slot. In de gang roept hij haar naam. Na een korte wandeling doemt ineens een half overdekt zwembad op. Aan de overkant ervan klimt een vrouw uit het water en wuift. Ze droogt zich vluchtig af.
Ze is slank gebouwd. Klopt met vroeger, denkt Casper. Sportman Tony past daar goed bij.
‘Welkom, neef uit de oude en vertrouwde wereld!’
Ze omhelst hem terwijl ze de handdoek wat onhandig tussen hen ophoudt.
‘Jij bent het echt … Jane!’
‘Ja! Wil je soms ook?’
Ze wijst uitnodigend naar het licht golvende water, hemelsblauw door de kleur van de tegels. Direct schudt hij het hoofd.
‘Het is niet diep hoor. Als je maar niet duikt!’
‘Nee, nee! Misschien zitten er haaien in.’
Ze lacht uitbundig en vertelt dat Tony ook dit bad als onderdeel van het huis heeft ontworpen. Na een knipoog loopt ze weg en roept:
‘Zoek alvast een kamer uit.’
Met een fles bier in de hand kijkt Casper vanaf het terras van de bungalow de grote tuin in met prachtige struiken en bloemen. Dunne wolken met lange grijze en licht oranje strepen kondigen de zonsondergang aan. Het is heel warm en windstil.
Vanuit de kamer klinken geluiden. Jane dekt de tafel en begint met schalen neer te zetten. Tussen de vele gerechten staan drie grote kandelaars waarin lange witte kaarsen prijken.
‘Prachtig! Wat een assortiment. Een Australische rijsttafel?’ zegt hij in de deuropening. Jane glimlacht.
Niet veel later zitten ze schuin tegenover elkaar aan de ronde tafel met uitzicht op de tuin. Jane draait een vinger over de rand van haar wijnglas, op zoek naar een toon.
‘Dat deden we vroeger op kerstmis en oudjaar.’
‘Ja! Wij ook.’ Ze proosten: zij op zijn komst, hij op haar ontvangst.
Jane vertelt over de kerstmis.
‘De kerk is op zo’n avond tjokvol. De preek is elk jaar ongeveer hetzelfde.’
‘Vat die samen!’
‘Liefde. Alleen liefde kan mensen tot elkaar brengen.’
‘Nee Jane! Een open deur. Als gelovig mens breng jij die liefde dagelijks toch al in de praktijk?’
Ze knikt en glimlacht terwijl ze lucifers zoekt om de kaarsen aan te steken.
’Hoe ga jij Casper als ongelovige met liefde om?’
Ze overvalt hem. Hoe hierop te reageren? Hij had zich voorgenomen de conversatie licht houden. Direct al de diepte in? Hij aarzelt. Wanneer de kaarsen branden beweegt Jane opnieuw een vinger over de rand van haar glas.
‘Nou…..?’
‘Ziet er heerlijk en feestelijk uit!’ Ze dringt niet aan. Jane geeft een korte uitleg bij elke schaal. Het gesprek vervolgt over het bereiden van gerechten. Tot Jane ineens zegt:
‘Begrijp me niet verkeerd, maar ik vermoed dat jij niet van mensen houdt.’ Verbaasd kijkt Casper op, zoekt zijn glas en maakt zijn mond leeg.
‘Hoe kom je erbij dat ik niet van mensen hou?’
‘Sorry’, ze schudt het hoofd en richt haar aandacht weer op de kaarsen.
Een fractie van een seconde ziet hij haar grote blauwe ogen vuurpijlen op hem afschieten. Alsof ze zegt: je bent schuldig, je hebt geen hart voor andere mensen, als ongelovige.
‘Jammer dat je zo snel weer vertrekt’.
Hij knikt en vraagt waar het toilet is.
Alle wanden zijn behangen met ansichtkaarten, bidprentjes, cartoons, familiefoto’s en weiwater bakjes in allerlei vormen en maten. Een speurtocht naar een foto van zijn vader levert niets op.
Veel toiletten in Nederland zagen een tijdje geleden er ongeveer zo uit. Zorgvuldig is die trend door haar meegenomen en bewaard, zelfs gekoesterd. Vertrouwd. Ongewild bewegen zijn ogen telkens naar een foto die naast de spiegel hangt. Jane danst daar samen met zijn broer. Het lijkt een schoolfeest. Nogal close, alsof ze verliefd zijn. Niet zo vreemd. Die twee hadden toen een verhouding. Daar was hij van overtuigd herinnert hij zich..
Terug in de huiskamer ziet Casper dat Jane verdwenen is. De lampjes in de kerstboom voor het raam floepen aan. Een groot schilderij vangt nog net een streep daglicht op. Het stelt een opgeblazen pop voor, een Nana die in gescheurd ondergoed half op een sofa ligt en leunt met een arm tegen een tafeltje, de dikke benen wijd uit elkaar. Ready to go is de titel. De grote schaamlippen nodigen uit binnen te komen. Hij draait een halve slag en kijkt naar een ander schilderij, precies even groot dat hem al eerder was opgevallen. Met beduidend minder licht krijgt dat iets spannends. Een point of view vanuit de vagina: kleine Nana’s buitelen in het rond, in een mallotig absurde kermis: Looking for love.
‘Je moet vooral ons zwembad niet vergeten, later vanavond … of morgen vroeg voor je weer vertrekt.’ Casper draait zich om en schuift aan tafel.
‘Kijk Jane, zodra water in mijn neus komt raak ik in paniek. Ik heb dan het gevoel geen adem meer te kunnen halen’, vertelt hij rustig.
‘Je gaat toch niet zeggen dat je nooit zwemt?’
‘Jouw lieve vriendje van vroeger was zo vriendelijk mijn hoofd onder de kraan te houden wanneer ik ondeugend ….’
Ze kijkt hem met grote ogen aan.
‘De waterstraal spoot mijn neus … mijn oren in, ik dacht op zo’n moment dat ik stikte.’
Haar ogen lijken hem ineens een stuk groter.
‘Je herinnert je dat misschien nog wel. Hij deed dat altijd voor straf.’
De blik van Jane beweegt onrustig over de tafel. Ze schenkt wijn bij.
‘Wat je ….. ik geloof het niet’, ze schudt het hoofd, ‘dat verzin je. Dat zou hij nooit doen. Weet ik zeker. Dat .… komt ergens anders vandaan … heb je gedroomd of …. misschien een excuus omdat je niet kunt zwemmen?’
Opnieuw draait ze met haar vinger over de rand van het glas, dit keer steeds sneller. Geruime tijd is het stil, geluid wil niet komen.
Jane staat op en loopt naar de hoek van de kamer, waar zich de geluidsinstallatie bevindt.
‘Soms is praten over het verleden moeilijk …….. herinneringen geven zelden het volledige verhaal. Wat je vertelt … jouw lezing is vervormd. Dat kan eenvoudig komen door veranderingen in je leven.’
Er is een kindeke geboren. Zacht, op de achtergrond klinkt het kerstkoor.
‘Onzin. Mijn broer heeft misdadige trekjes, aldus jouw tante. Misschien schrik je omdat je mede schuldig bent. Je kwam vaak op bezoek.’
Ze schuift snel aan tafel.
‘Ik begrijp niet…..bedoel je dat ik schuldig ben? Omdat …. meen je dat echt? Hoe kan ik volgens jou iets gemerkt hebben?’
Casper drukt zijn lippen stevig op elkaar. Vanuit een ooghoek ziet hij dat ze hem aanstaart.
‘Je gaat te ver. Denk je dat ik ook maar iets geweten heb van ….. en stel dat…? Ik ging.. ik ga er nog steeds oprecht van uit dat jullie een sterke band hadden, als broers.’
‘Een katholiek komt altijd op geen schuld uit’, zegt hij tussen twee happen.
Jane loopt terug naar de hoek. De muziek klinkt daarna iets luider.
‘Het is toch niet zo dat je alleen even langskomt om vervelende dingen te zeggen? Informatie over je vader los te krijgen….. ik heb geen foto van hem mocht je daar naar zoeken.’
‘Sorry Jane, sorry ik provoceer….. vertel me gewoon alles wat je van hem weet. Ook al is het nog zo weinig.’
Ze doet haar mond open maar bedenkt zich. Een paar keer wrijft ze met de handen over haar gezicht.
‘Dat is …. moeilijk. Excuseer me, een moment.’
Ze loopt de kamer uit. Tijd om de glazen weer te vullen vindt Casper. Ze weet iets wat ze niet wil vertellen. Hoe krijgt hij de sfeer van het begin terug? Een van de drie kaarsen is scheef gezakt en hij zet hem recht. Iets aardigs zeggen nu , doet er niet toe wat. Aanbieden de tafel af te ruimen? Nee, dan volgt een gesprek over rolpatronen. Hij staart naar de brandende kaarsen. Een zakt weer scheef. Kaarsvet helpt niet.
Met de frisheid van eerder die avond verschijnt Jane plotseling in de deuropening. Ze loopt wiegend als een ouvreuse in de pauze van een film met een houten kaasplateau naar de tafel. De ogen van Casper gaan direct naar de spleet tussen haar borsten waar aan een zilveren ketting een kleine groene steen hangt.
‘Prachtig he? Je zult je dat niet herinneren denk ik maar deze edelsteen gaf jouw broer me, bij ons vertrek.’
In zijn fantasie rukt hij de halsband van haar nek en slingert die de tuin in. Hij staat op, pakt een blokje kaas met een rood wit blauw vlaggetje. In de kerstboom ziet hij teveel ballen hangen. De piek op de top staat scheef.
‘Het is me opgevallen dat jullie kunstminnaars zijn.’
Jane staat naast hem.
‘Je bedoelt die twee schilderijen? Die kochten we lang geleden op een tentoonstelling in Sydney. Een barende vrouw op de ene die zichzelf vanuit de vagina op het andere doek vele malen ter wereld brengt. Ze horen echt bij elkaar vind je niet?’
‘Binnen blijven, mijn titel voor de tweede.’
Na een korte stilte schieten ze beide in de lach. Hij steekt zijn hand uit om haar te helpen met de derde kaars die maar niet wil branden. Ze schudt haar hoofd en begint het lont los te pulken met een nagel.
‘Vandaag probeer ik me iets te herinneren over vroeger bij jullie thuis’, vervolgt Jane, ‘ik wilde jou altijd knuffelen weet je dat?’
‘Maar dat deed je nooit.’ Casper wandelt van de kerstboom naar de muziekhoek.
‘Is dat zo? Wil je soms iets sterkers?’
‘Graag. Whiskey.’
Zou ze vanavond willen dansen? Romantische sfeer opbouwen zonder Tony, flirten of zelfs vrijen zoals vroeger met zijn broer….
‘On the rocks?’
Hij knikt goedkeurend en zoekt naar muziek van vroeger. Het bezoek verloopt anders dan Tony voorspelde. Hij heeft zin de handen om haar nek te leggen en haar te dwingen alles te vertellen wat zij weet over zijn vader. Desnoods uit haar te knijpen. Ze zal zich trachten te bevrijden waarna ze samen worstelend tegen de kerstboom vallen. Zij scheurt haar jurk. Boom valt om, ze ploffen op prikkende stekels ……
Achter hem klinken voetstappen. Een tekening verschijnt voor zijn gezicht. Met het papier in de hand zoekt hij een stoel. Whiskey staat te wachten.
‘De sterrenhemel op het moment van jouw geboorte.’
‘Zo! Knap zeg. Het lijkt ook wel een kunstwerk. Jij weet nu alles van mij begrijp ik dat goed?’
‘Ach’, zegt ze lachend, ‘gezien de plaatsing van Venus moet jij voortdurend problemen met het andere geslacht hebben. Die dominante moeder van jou die altijd weer opduikt. Wie weet.’
‘Haal je die informatie uit de tekening?’, vraagt Casper na geruime tijd.
‘Ach. Een kwestie van combineren. Kijk. Het gaat bij jou om verbondenheid. Een verbroken verbinding met jezelf is heftig en dat zou zomaar kunnen gezien hoe jouw jeugd zonder vader was. Verbroken betekent dat je gevoel is afgesloten van binnen uit. Dat merk je zelf niet op door de ontstane verharding. Je leeft als het ware voortdurend vanuit de wil van iemand anders.’ Casper denkt: nu zweven we de new age in. ‘Normaal gesproken stroomt alles vrij. Maar jij zult oude kettingen moeten loslaten en verbindingen opnieuw opstarten, vermoedelijk. Begrijp me goed, ik hou een slag om de arm……’
Haar woorden duizelen in zijn hoofd. Moet hij aantekeningen maken? Verbonden, verbroken verbindingen, opnieuw verbinden, kettingen…. jezelf..…opstarten?
‘Transformeren Casper! Dat proces past goed in dit Waterman tijdperk.’
Ze lijkt op een autoriteit in oncontroleerbare zaken! Tijd voor meer drank. Wat zij zegt over de wil van anderen is ….. interessant. Maar … dan mag hij niet op dit moment vanuit haar wil verder praten ….. tenminste als hij haar goed begrijpt.
Ze kijkt hem onderzoekend aan. Klaar voor een nieuwe aanval? Opnieuw pijlen uit haar ogen …… door zijn verhaal over haar geliefde neef? Ze wil dat natuurlijk niet horen, ze wil mij daarvoor ketenen. Onder haar jurk bungelen als kerstklokjes, de handboeien.
De telefoon van Jane geeft geluid. Het is Tony vanuit Sydney.
‘Ja, ik geef hem.’
Ze overhandigt haar mobiel en verdwijnt. Tony’s stem is moeilijk te horen.
‘Ik dacht nog aan wat Jane over jouw broer vertelde. Vergeet daar niet naar te vragen Casper.’
‘Hoezo?’
‘Hij was gek op je. Als klein kind zat je vaak op zijn nek, hij was dolblij met je te spelen heb ik begrepen.’
‘Dat…..’
‘Vraag maar, ze zal daarover graag vertellen.’
Hij legt langzaam de telefoon op tafel en staart naar een bal in de boom. De piek staat nog steeds scheef. Daar moet iets aan gedaan worden. Na een paar pogingen van recht zetten geeft hij het op: telkens wijst de punt in een andere richting.
Het is duidelijk. Via de horoscoop heeft zij zichzelf informatie verschaft. Hij knikt en wandelt de tuin in. Haar glimlach laat macht zien als kenner van een spiritueel universum. Een paar sterren lichten op aan de hemel. Hij staart ernaar terwijl hij zich voorzichtig op een tuinstoel laat zakken.
Als klein kind is hij door zijn broer geknuffeld. Daarna gemarteld. Hij staart naar de tekening.
Volkomen onverwacht verschijnen handen rond zijn nek. Duimen drukken flink in de huid. Knijpen volgt. Geen onprettige pijn vindt hij en sluit de ogen.
‘Geniet van de massage. Ik zal proberen wat stijve spieren bij je los te maken.’
Abrupt stopt het knijpen. Het geluid klinkt van een ketting die op tafel wordt gelegd, waarna de handen het werk voortzetten. Ze drukt zijn hoofd naar voren. Casper opent de ogen. Halssnoer en steen lijken opeens veel groter.
‘Auw, je knijpt nu wel heel hard.’
Na ongeveer een minuut schat hij, geeft ze een paar slagen op de rug. Ze zegt dat de spieren moeilijk los te krijgen zijn en stelt voor naar binnen te gaan. In de huiskamer legt ze de ketting op de salontafel. Casper laat zich achterover zakken in een fauteuil. Onafgebroken blijft zijn blik rusten op de halsband.
‘Praat je soms makkelijker wanneer ik hem weer om hang?’
Deze vraag is absurd! Dat ding moet onder luid geschreeuw van hem naar buiten worden geslingerd. De eerste de beste automobilist geeft hij dan de opdracht de hele nacht over dat ding te rijden. Gruis ervan maken! Rustig, spreekt hij zichzelf toe. Vrede, welbehagen, het is nog een paar uur kerstmis. Hij glimlacht wanneer Jane het glas voorziet van een nieuwe inhoud.
Vervloekte ketting met steen. Het begint licht te draaien in het hoofd. Het kost hem moeite uit de lage stoel omhoog te komen om een stuk kaas te pakken. Hij schuift de bak met ijs zodanig dat haar aandenken als onduidelijke vlek erachter verdwijnt. Zou dit het moment zijn om te vragen waarover Tony ….? Of juist niet? Jane draait zijn richting op.
‘Jouw broer, hoe zal ik het zeggen, gebruikte jou toch niet …….…….…’
De stilte die volgt valt gelijk met een pauze tussen twee tracks van een eerdere muziekkeuze van Casper.
‘Als een afgerichte hond bedoel je?’, zegt hij zacht en zet het glas op tafel. Hij heeft behoefte aan frisse lucht. Maar voor hij uit de stoel komt duikt de jurk van Jane beeldvullend voor zijn ogen op.
‘Heb je in je leven wel eens stilgestaan bij wat hij als oudere broer voor jou gedaan heeft? Met welke zware verantwoordelijkheid tante hem heeft belast? Je wentelt je in een slachtofferschap, verre neef.’
Zo stevig mogelijk drukt hij de lippen op elkaar. Hij heeft geen idee waar ze met deze aanval naartoe wil.
‘Denk aan wat ik eerder zei over herstellen van een verstoorde verbinding.’
De kamer begint voor hem lichtjes te bewegen.
‘Ga op zoek naar je gevoel ……. dat mis je, je lijkt wel een lege huls!’
De woorden pingpongen in zijn hoofd. Hij stoot tegen de schaal bij de poging het glas weer op te pakken. De ketting klettert op de plavuizen vloer.
‘Een …. lege …. huls……?’, fluistert hij, ‘jouw tante greep niet in toen jouw vriendje mij liet stikken onder de kraan … begrijp je dat, verre nicht ….. ze greep niet in….’
Casper leegt zijn glas. Straks zegt ze dat hij dat trauma zelf heeft gekozen in een vorig leven. Dat het zijn schuld is dat hij geboren werd! Hij krijgt zin in rubberen Nana’s te knijpen die plotseling overal in de kamer verschijnen. Piepen zullen ze, piepen van pijn. Jane op een stoel vastgebonden met slingers en kerstlinten, moet luisteren. Eerst de twee schilderijen door haar hoofd, dan haar polsen vast met de ketting, een brandende kaars de mond in, kerstballen aan de oren, piek in het haar. In die uitdossing van verbonden missionaris met verbindende liefde kan ze ten hemel varen.
Met grote moeite drukt Casper zich op en grabbelt de ketting van de vloer. Die hangt hij met enige moeite over haar hoofd. Hijgend pakt hij haar beet en drukt het lichaam zo stevig als het kan tegen het zijne.
Hij hapt in het vlees van haar hals zonder te bijten. Ze slaakt een kreet waarna hij de huid driftig likt en zoent. Voordat ze iets kan doen geeft hij een klap in het gezicht om vervolgens haar wangen teder met beide handen te strelen. In een keer stoot hij haar lichaam van zich af. Ze wankelt, valt terug in haar stoel.
‘Sorry Jane, ik hoop niet dat ik je pijn heb gedaan…nee, blijf zitten…. jouw tante vermoordde jonge katjes in een teil water midden in de kamer……… maak je over mij geen zorgen.’ Het lukt Casper met veel moeite de kamer uit te lopen. Aan de rand van het zwembad met een strak oppervlak neemt hij een flinke hap adem, knijpt de neus dicht, sluit de ogen, stapt in het blauwe water.
Joop Brussee
31 mei 2020
open
