PARASIETEN

Tijdens het lezen van de aankondiging van de zoveelste politieke persconferentie over een aanhoudende pandemie denk ik aan het derde bezoek aan een vriend in de tropen. Een prachtige tijd. Hij vergelijkt de jungle graag met de maatschappij, de politiek. Een leraar op school heeft mij ooit aangeraden de politiek in te gaan vanwege mijn diplomatieke gedrag. Ik hou van spel, maar niet van valsspelers en vieze spelletjes.

Op een ochtend in zijn tropische park krijg ik een grote kniptang in de handen gestopt en hij neemt me mee naar een veldje waar bomen enkele meters van elkaar staan.
‘Ik zal je nog niet met de echte jungle laten kennismaken’, zegt hij, ‘je bent nog te bang voor slangen en schorpioenen. Je luistert dan niet goed.’
Hij vraagt me wat mij opvalt aan de boom waarvoor wij stilstaan. Meteen zeg ik: ‘Die schitterende witte bloemen in de top, half verborgen onder de bladeren.’ Glimlachend maakt hij gebaren van doorknippen. Rond de boom krioelt het struikgewas. Hij knikt aanmoedigend en wijst naar de stam. Het valt me ineens op dat om de stam een grijsblauwe slinger draait. Terwijl ik die doorknip roept hij:
‘You are killing your darlings!’ Verbaasd draai ik mij om.
‘Je hebt zojuist jouw prachtige witte bloemen doorgeknipt.’

Ik laat de schaar teleurgesteld zakken. Lachend begint hij over de politiek, een van zijn stokpaardjes. ‘Prachtige beloften voor verkiezingen en schitterende vooruitzichten in de toekomst.’ Hij wijst naar verstrengelingen in het struikgewas en begint over belangenstrijd. Over de jungle die overal is.
‘Vul de belangen zelf maar aan’, zegt hij en kijkt omhoog.
‘Die mooie bloemen laten je in een val trappen! Laat die nou net als parasieten een probleem voor de boom zijn! Die struik draait als een slang rond de stam zoals een touw van een moordenaar om de nek van zijn slachtoffer.’

‘Ben ik die boom of de bloem?’, vraag ik grappend terwijl hij een van de uitstekende slierten uit de groene massa trekt. Hij reageert niet. ‘Later’, zegt hij, ‘als jij weer weg bent, trek ik de bruin geworden resten van die draaiende killer weg. Dan is de duivelse schoonheid ook verdwenen, de boom bevrijd.’ Ik ben te snel gaan knippen. Alleen recht voor mij gekeken en op commando geknipt volgens hem. Inplaats van eerst zelf het geheel eens goed te bekijken voor iets te doen. Voordat je spijt krijgt.

Ik luister zoals altijd naar zijn wijze lessen. ‘Voor het grondig uitroeien van die mooie bloemen zul je de tijd moeten nemen. Dat wil zeggen, de wortels vinden.’
Enthousiast loop ik naar de volgende boom en ga met de tang op zoek naar zo’n wurgbloem. Dat is knap lastig. In de groene wirwar volg ik een paar keer een spriet maar kom telkens bij de stam van de boom uit. Mijn vriend volgt mijn acties op afstand en begint ineens uitbundig te lachen.
‘Je hebt nog steeds niet het flauwste idee hoe altijs in de jungle verloopt.’

Als een kleine jongen kijk ik hem beteuterd aan.
‘Die parasieten zijn niet achterlijk. Sommigen zelfs heel slim. Waar jij nu naar kijkt is een vergroeiing. Zuiverheid zul je bij die boom niet vinden. Alle takken lijken op elkaar zoals je al gemerkt hebt.’
Ik opper dat er dan geen probleem is. Een soort ideale win – win situatie.
‘Had je gedacht’, zegt hij, ‘het duurt even voor je gaat zien waar het met de oorspronkelijke boom heengaat. Helaas, dan ben je alweer vertrokken.’

Later stuurt hij een foto van de eerste boom. Bevrijd! staat op de achterkant. Geen groene kluwen meer maar een prachtig vrijstaande, gezond ogende boom. Op sommige plaatsen kun je er doorheen kijken. Over die andere, de verstrengelde schrijft hij:
Op een gegeven moment zag die er niet meer uit. Ik heb hem uit zijn lijden verlost. Die hoort meer thuis in de echte jungle.’

Joop Brussee

16 november 2020

uit: open

OVERZICHT