VEILIG

Bij het busstation wacht ik op mijn vriend. In zijn pick-up rijden we de grote weg op. Tijdens de rit passeren we een bord met een tekst en een dier erop. Ik draai snel met mijn hoofd maar ben te laat.
‘Soms willen hier olifanten oversteken’, zegt mijn vriend, ‘in een tijd dat ze honger hebben. Sinds kort waarschuwen ze daarvoor. Maar op dit moment hoef je niet bang te zijn. Ze hebben genoeg te eten in de jungle.’
Ik kijk naar de groene wereld aan beide kanten van de weg.
‘Ben je hier nooit bang voor een gevaarlijk dier, voor beesten?’
‘Dieren? Nee. Ok. Voor een olifant loop ik weg. Voor de een blijf je staan en voor een ander let je extra op. Leuk trouwens dat je dat vraagt.’
‘Hoezo?’
‘Vroeger in het vaderland werd ik steeds banger bij de gedachte aan bepaalde beesten.’
‘Oh. Welke?’
Hij glimlacht, kijkt kort naar een dode hond langs de kant van de weg.

‘Mensen kunnen braaf zijn of gevaarlijk.’ Hij zwijgt en vervolgt later: ‘Kijk, hoe meer de overheid zegt regels in te voeren voor jouw veiligheid hoe onveiliger ik mij ging voelen. Als je daarover nadenkt wordt het duidelijk dat die overheid het liefst heeft dat een burger een braaf dier bent. Dus doen ze er alles aan, vanaf de geboorte je in hun harnas te proppen.’
‘Wacht even. Denk je dat echt? ‘
‘Jazeker. Je moet dit en dat leren, zus en zo doen, wil je een goed cijfer krijgen. Zij belonen je op hun manier.’ Hij ziet mijn gefronste wenkbrauwen en vervolgt: ‘Zo ken je me niet he. Ik geef een voorbeeld ……. veiligheid. Is het echt veilig met al die camera’s? Welnee, ze praten over gevoel van veiligheid. Schijnveiligheid dus. Marketing, allemaal verkoop. ‘ Hij kijkt uit het zijraam. Inderdaad is zijn verhaal nieuw voor mij.

‘Nu leef ik duidelijk en direct, zonder druk. Niks toezicht, niks oppassen met kreten als mogelijk zou het of nog bedrieglijker het ligt voor de hand dat….vul zelf maar aan. Voortdurend word je ergens ingeduwd, begin je zelfs in hun flauwe kul te geloven. Gezagsdragers weten mensen het leven uit handen te nemen. Grote bedrijven maken je afhankelijk. Gevaarlijk. Je hebt het gevoel te leven. Het echte leven leer je in de jungle. Die fake cultuur is onecht, vals zo je wilt. Die leidt tot uitwassen, corruptie, smerige spelletjes en ga zo maar door.’
Ik ben verrast door wat hij zegt. Hij lijkt gevlucht.

‘Je denkt nu dat ik gevlucht ben.’ Ik knik. Hij lacht. ‘Denk wat je wilt. Net als het immuunsysteem heb je iets dat met aanvoelen van veilig of onveilig te maken heeft: intuitie. Met elke camera die verschijnt proberen ze dat bij je uit te gummen. Meer controle over jou krijgen. Begrijp je de valsheid? Hier, in mijn eigen omgeving bepaal ik mijn manier van leven. Waar ik bang voor ben. Bij wie ik uit de buurt blijf. En bewaak dat zelf. Mijn eigen dienst’, grinnikt hij.
Ik glimlach. Dat is het, autonoom. Zo dicht mogelijk bij de natuur. Dat voelt anders dan in de stad zoals ik. Leven met natuurkrachten en overstekend wild.

‘Er zijn toch wel dieren zijn waarvoor je bang bent?’
Hij schudt zijn hoofd.
‘Slangen?’
‘Nee. Ik zou als ik jou was bang zijn voor die slangenkuilen!’
‘Muggen?’
‘Wil je me zogenaamde medicijnen voorschrijven waar veel geld mee wordt verdiend?’
‘Spinnen?’
Mijn vriend schatert. ‘Die rennen hard voor je weg jongen. Sommigen zijn zo groot als een vuist, die blijven stil zitten wanneer je ze betrapt. Wachten tot jij ze iets wil doen of ze wegjaagt.
Ik ben verbaasd, heb hem nog nooit zo ontspannen gezien. ‘Komt er wel eens schorpioen je huis in?’, vraag ik en denk aan de keer dat ik in de Provence ’s morgens schrok van een grote zwarte schorpioen in de wasbak.
‘Ach, die zitten wel ergens. Een tijdje geleden liepen er vier van onder mijn fitness mat weg, alle kanten op.’
‘En jij voelt je veilig?’
‘Aan de meeste beten van schorpioenen ga je niet dood. Wel pijnlijk. Ik spreek uit ervaring. Dieren horen bij dit leven. Ze geven minder problemen dan die gevaarlijke beesten bij jou geloof me. Je moet straks niet schrikken van al die spinnenwebben in de keuken.’
Onderzoekend kijk ik hem aan.
‘Spinnen vangen muggen. Die gluiperds houden ook nog eens van mijn bloedgroep. Ja, risico’s. Uitvoerende beesten in jouw cultuur houden je voor dat zij met tekens weer nieuwe maatregelen de risico’s voor mensen in het leven verminderen. Pure nonsens. Volksverlakkerij. Aanmoedigend consumentisme.’

We naderen zijn huis. Ik probeer me voor te stellen hoe het zou zijn om in deze groene vochtige wereld te leven inplaats van in het koele westen.
Vlak bij zijn huis, omringd door bomen die zorgen voor schaduw, stappen we uit. Hij vertelt dat vorige week zijn hond gestorven is, hoeveel pijn hem dat heeft gedaan. ‘Met het begraven van het trouwe dier gingen veel tranen mee het graf in.’
Ik trek mijn bagage uit de bak, laat dat achter op het terras en loop de keuken in. Direct vallen de spinnenwebben op. Op tafel zet mijn vriend een glas koel water voor mij neer. Ik zie een vliegenmepper liggen naast een halve bol van gaas, duidelijk bedoeld om eten af te schermen voor vliegend tuig. Na een paar slokken wijs ik ernaar.
‘Oh. Ja, op bepaalde dagen zie je veel vliegen. De ordinaire vlieg is mijn vijand.’
‘Vijand? Je bent bang voor een vlieg?!’
‘Bang is een groot woord’, hij grinnikt, ‘nee, maar ze kunnen vervelende ziektes overbrengen. Vaak sla ik mis maar het gedrag van deze tegenstander ken ik zo langzamerhand vrij goed: hij komt meestal even later terug en strijkt op ongeveer dezelfde plaats neer. Dan sla ik.’

De gedachte aan overstekende olifanten levert mij meer vrees op dan een vlieg. Hoe anders leeft hij. Met respect voor het leven. Ineens zie ik een vlieg op tafel. Mijn vriend ook en zoekt de mepper.
‘In de aanslag!’
Ik kijk naar zijn actie. Hij verstart, blijft doodstil in een houding staan.
‘Soms denk ik dat ze uit een andere wereld komen om ons in de gaten te houden’, sist hij zonder mij aan te kijken.
Plotseling is de vlieg verdwenen. Ik herinner mij een filmpje waarin te zien was hoeveel technisch tegenwoordig mogelijk is: een drone zo groot als een vlieg, uitgerust met een op afstand te bedienen camera die overal eenvoudig binnenvliegt en spioneert. ‘Leven is overleven’, klinkt het achter mijn rug.’ Ik neem een slok water en ondanks dat ik weet dat de klap eraan komt schrik ik toch.

Joop Brussee

3 januari 2021

uit: open

OVERZICHT