COMMANDO

Justin stapt opgelucht een van de busjes van de ME in. Het werk zit erop voor vandaag. Gelukkig is het niet uit de hand gelopen en zijn de Romeo’s niet opde demonstranten afgestuurd zodat escalatie niet gebeurde. In het busje tussen twee collega’s gedrukt denkt hij aan zijn dochter. Zou zij erbij zijn geweest?
Om hem heen wordt nu en dan iets gezegd. Hij vangt flarden op. Veel stoere taal, zoals gebruikelijk. Sommigen teleurgesteld vanwege het uitblijven van de opdracht tot slaan. Een enkeling maakt vergelijkingen met een vorige keer. Wanneer zijn buurman hem aanstoot steekt hij zijn vuist naar voren. Denkt intussen aan de onzichtbare leiding. Het wordt door zijn buurman opgepikt als een boksstoot tegen een demonstrant en zorgt voor een lach.

In zijn auto op weg naar huis rijdt een collega mee. De man vertelt enthousiast dat hij steeds meer zin krijgt in dit werk. Hij heeft gelezen dat in Canada de politie meer macht krijgt.
‘Mensen tot de orde roepen, goed stevig als dat nodig is, prima! Daarvoor ben ik bij de politie gegaan.’
‘Het is maar tot welke orde.’
Justin ziet uit zijn ooghoek dat de man hem direct aankijkt en vervolgt snel:
‘Ik bedoel, gewoon uitvoeren wat opgedragen wordt’, terwijl hij op het hetzelfde moment denkt: oppassen jongen met wat je zegt.
‘Zo is dat. Ons werk is dienstbaar. Vooral mensen beschermen die volgens de wet netjes alle maatregelen uitvoeren.’
Justin vermoedt dat het van hogerhand de bedoeling is het politie apparaat te zuiveren. Op die manier kunnen ze hem ook eruit werken. Hij is nooit bij de politie gegaan om demonstranten tot bloedens toe neer te slaan of onnodig intimiderend op te treden.
‘Het mooie hiervan is de natuurlijke selectie op dit moment’, hoort hij zijn collega zeggen, ‘zwakke broeders melden zich ziek. Die horen niet thuis bij ons.’

Hij schuift aan tafel voor het avondeten, bij zijn vrouw en dochter. Kort kijkt hij naar het bloed op zijn bord naast de biefstuk. Zijn vrouw vertelt krampachtig over het mooie weer op deze zondag. Nieuwe woordenwisselingen tussen hem en zijn dochter Roos probeert ze uit alle macht te verhinderen.
Zijn dochter houdt de schaal frites voor hem op en kort vangt hij haar vurige blik op, weet even niet goed wat te zeggen of welke vraag te stellen. Zonder op te kijken begint ze te praten. Ze vraagt waar hij die middag precies heeft gewerkt. In welke straat.
‘Even niet over het werk Roos. Je vader is blij thuis te zijn.’

In de huiskamer zet zijn vrouw de tv aan om naar het journaal te kijken. Hij loopt de gang op, hoort geluid van muziek met uitbundig zingen. Het komt uit de kamer van Roos. In de deuropening kijkt hij over haar schouder en ziet dansende mensen op straat die uit volle borst zingen. In het Frans. Een opdracht voor haar studie? Het lijkt meer op een protest.
In de reflectie op het scherm ziet Roos haar vader staan en zet de film stop, draait zich om.
‘Ik had daar bij willen zijn pap. Weet je waarom deze mensen zo blij zijn?’
Hij schudt zijn hoofd.
‘Ze vieren met elkaar het gevoel van vrijheid. Heel even kon dat, voordat politie kwam. Heel moedig.’
Direct schuift ze een stoel uitnodigend naast die van haar. Traag voldoet hij aan het verzoek.

Ze laat de film verder lopen. Voor hem lijkt het op carnaval of een theatervoorstelling. Ineens klikt ze op andere site. Hij herkent de straat van die middag. Daar kregen zij het commando de demonstranten samen te drijven en in te sluiten.
’Dit is heel erg pap, heel heel erg’, fluistert ze, ‘hoor je goed wat er gezegd wordt?’
Hij luistert naar de oproep aan de demonstranten.
‘Eerst als vee een menigte bij elkaar drijven en dan dreigen dat arrestatie volgt wanneer iemand durft zijn mening te laten horen!! Weet je wat dat betekent? Vloeken! Vloeken tegen vrije meningsuiting. Ik kan het nog steeds niet geloven……’
‘Roos, … dit is niet mijn stem. Dit is niet wat ik wil’, zegt hij zo beheerst mogelijk terwijl hij naar het scherm kijkt.
Hij denkt aan zijn collega in de auto. Dat ook hij moeite had met die bevelen wil hij zeggen, maar iets weerhoudt hem. Elk woord kan verkeerd worden uitgelegd. Hij moet zelfs tegen zijn dochter oppassen, letten op zijn woorden. Ze laat de dansende mensen weer zien. Hij zucht en kijkt weg.

Ziek melden …of… later weer opnieuw zijn collega’s zien. Hij staart naar de telefoon voor hem op tafel. Ontslag nemen? Jaren heeft hij met plezier bij de politie gewerkt. Maar dat gepieker van de laatste tijd….. Niet meer gewoon kunnen slapen. In zijn werk wordt tegenwoordig iets van hem gevraagd dat niet klopt, dat in ieder geval hem niet goed doet. Hij kijkt naar de kalender. Binnenkort is het 5 mei. Stel je voor. Roos ziet hij dansend en zingend tussen demonstranten, die zingen over vrijheid? En dan…… Hij pakt resoluut de telefoon.

Joop Brussee

28 april 2021

uit: open

OVERZICHT